zondag 11 juli 2010

een super-weekend!

Heb net het leukste weekend sinds een hele tijd gehad.

Zaterdag 10 juli

Om half zes op want er staat een dagtrip naar Kanagawa prefectuur op de agenda. Iets minder dan twee uur treinen (met de express) brengt ons naar een schiereiland (Miura) in het district van Yokohama. We stappen af in Miura-kaigan (Miura kustlijn) station.

Het idee voor deze wandeling komt uit een boek gevonden in een tweedehandse-boekenwinkel 'Day walks near Tokyo', een verzameling van wandelingen op een redelijke afstand uit de grootstad. Uiteindelijk bleek nu wel dat het boek dateert uit 1992 (de 'revised edition' van 1987 is dat haha). Als ik dat had geweten had ik 1. nog wat meer afgepingeld in de winkel en 2. misschien toch een recentere versie gekocht want nu bleek dat er vele paden niet meer waren etc. Gelukkig zijn wij niet van het paniekerige type en trekken wij nogal onze plan. Delen van de reis konden we wel verifieren en uiteidelijk was het een heel leuke dag.



De trein afgestapt en diep ademgehaald. Die frisse lucht! Die zoute wind! Hoe lang was dat niet geleden. Een mens zou vergeten hoe de wereld eruit ziet buiten (met de woorden van een ander) de 'concrete jungle' die Tokyo is. Hoe smerig en vuil, koud en harteloos leek die stad me van daar.

We beginnen onze tocht na een korte busrit langs de kustlijn. Niet lang daarna komen we de eerste sporen van zeedieren tegen. Een zeester en de knijper van een krab. Moest toch vlug even op de foto.



Mooie uitzichten overal. Ik moest mezelf dwingen om te stoppen met foto's trekken. Op foto komen die wijdse panorama's toch niet tot hun recht.
Op bepaalde plaatsen zoals gezegd een meer avontuurlijke route dan die beschreven in het boek, zoals te zien op de foto.





En nog iets, op de stenen waar we op lopen, waren overal, maar dan ook overal kakkerlak-achtigen. Grote, kleine, dikke, dunne maar vooral ONGELOOFLIJK VEEL. En ze sprinten maar met een paar seconden overschot weg. Nao dacht dat het geen echte kakkerlakken waren, want die kunnen vliegen. Amai, daar mocht ik toch niet te lang over nadenken. Gewoon doorstappen en zorgen dat ge uw hand niet ergens als steun gebruikt was de enige manier om onze wandeling te vervolgen. Ik mag er nu nog steeds niet aan denken. Soms stel ik me voor dat we er per ongeluk een in onze rugzak hebben meegebracht en dat die nu ergens in ons appartement rond aan het kruipen is. AAAAAH!



Nu goed, na een tijdje zette ik dat uit mijn gedachten en werd het tempo weer opgevoerd. Er stond in de gids dat bij hoogtij sommige delen niet te passeren waren, of gevaarlijk. We waren er gelukkig net bij het laagste tij en hadden dus plek genoeg om te klauteren op veilige afstand van de zee. Op bepaalde momenten echter konden we niet (meer) door en dan zochten we de weg op, proberend zo dicht mogelijk bij de zee te blijven. Het platteland was anders ook de moeite. De streek is beroemd voor 'daikon' (horse radish) en watermeloen. Die zijn geplant in akkers in terrassen, wat weer zorgde voor een apart panorama.






En trouwens, boven onze hoofden zweefden ook de hele tijd grote vogels. Ik heb het achteraf opgezocht en het bleken zwarte wouwen te zijn. Soms kwamen ze wat dichtern dan mij lief waren. Nu schijnt het dat ze gewoon zijn aan mensen en niet te verlegen zijn, eens ze een keer gevoed zijn en een oog hebben ontwikkeld voor eten in onwetende handen, om een aanval te lanceren. (de foto is trouwens van wikipedia. Gelukkig kwamen ze niet zoo dicht, maar gewoon om een idee te geven dat het best wel griezelig was soms.) Het schijnt dat we op onze weg door de velden ook een slang zijn gepasseerd, maar die heeft alleen Nao gezien. OEF!
Op een bepaalde plaats was er een plateau van steen waarin het patroon van de golven leek te zijn gekerfd. Wondermooi.





Na een uur of vier wandelen en klauteren met de wilde natuur om ons heen (zee, steen en dieren incluis) kwamen we aan bij de bushalte in een klein gehuchtje. Nu scheen het dat er maar 1 bus per uur kwam. En wat bleek, die zou in 5 minuten passeren. Lucky :))
Tijdens het wachten nog een foto'tje van een meloenveld getrokken. Het was de eerste keer dat ik een meloenplant en -veld zag. Grappig hoe op elke meloen wat zand lag. Was dat nu als bescherming tegen de zon of om insecten weg te houden, weet ik niet, maar het was een komiek zicht om hier en daar die bollen boven hun bladeren te zien uitpiepen met een grijs hoopje erop.
Weten dat die meloenen in Tokyo bij de 15euro kosten, lag daar wel een heuse som te zonnebaden. En als ik wou kon ik der gewoon een in mijn rugzak ploppen ook, want geen mens te zien in de omgeving! Even de benen strekken midden op de weg was dan ook geen probleem.
(Braaf als we zijn hebben we datvan die meloen natuurlijk niet gedaan, maar er lagen wel wat meloenschillen bij de bushalte, dus ik denk dat iemand hetzelfde idee had gehad en niet zo braaf was geweest)






De bus op. Onze vermoeide beentjes konden het wel apprecieren dat we voor een tijdje de enige passagiers waren zodat we de gang ten volle konden gebruiken. 20 minuten later stonden we weer op ons vertrekpunt. Het was nog maar een uur of twee, dus we vonden het nog wat vroeg om terug te keren. Nog wat genieten op het strand. (ik had wel lange mouwen en een drie-kwart broek aangedaan om insectenbeten te voorkomen, dus veel zonnen kwam er niet aan te pas.) Schoenen uit, juwelen uit en goed insmeren.
Ik vergat natuurlijk wel mijn een-kwart zichtbare witte benen in te smeren, met als gevolg dat ik daar goed ben verbrand. Samen met vorige week toen ik het ergst van mijn leven ben verbrand op een uitstap in Tokyo, heb ik nu een redelijk uniek patroon van wit, rood en bruin (ik noem het graag 'natuurlijke body-painting') in eva-kostuum. (en nee mensen, daar heb ik nu geen volledige foto van zie.)


Omdat er nogal wat wind opstak en het zand nogal ruig zand was dat dan pijn deed aan gezicht en mijn verbrande benen, vingen we rond iets na vieren de terugreis aan. Dat moest het einde zijn van een leuke, inspannende-ontspannende dag. HAHA.

Een uur en twaalf minuten later komen we aan in Shinagawa station, vanwaar het nog 30 minuutjes duurt tot thuis. En mijne frank viel! MIJNE RING! VERGETEN! VERLOREN?
Ik had die namelijk in mijn schoen gestoken toen alle juwelen afmoesten om zonnecreme te smeren. Ik dacht na. Ik nam mijn schoenen in mijn hand tot aan het voetpad. En daar heb ik een schoen eens laten vallen! NEEEEEEE! Daar moest het gebeurd zijn. Anders had ik het wel gevoeld of zien vallen bij het uitslaan van mijn kousen, uitschudden en aantrekken van mijn schoenen.
En daar stond ik dan in Shinagawa station, maar ik kon het niet over mijn hart krijgen om niks te doen. We waren de betaalpoort nog niet uit, dus we konden nog terug. En ik nam de beslissing: ik wil er naar gaan zoeken. Nao was er eigenlijk niet zo voor, maar ik was niet te stoppen, Ik steek over naar het platform waar de volgende trein met bestemming Miura kaigan stopt. (gelukkig is er een om de 15 minuten of zo) en ik de trein op, zonder Nao. Het sein voor het sluiten van de deur wordt gegeven. Nao springt de trein binnen. En we zijn weer weg.
We zijn moe, we hebben honger en ik krijg maagpijn van de spanning. Het is dan rond half zes. Rond zeven uur wordt het donker in Japan. Elke dag wordt het onherroepelijk donker om zeven uur in Japan. En het duurt een uur om ginds te geraken. Dat betekent dat we misschien een goede 20 minuten hebben om te zoeken. Ik weet niet juist waar ik mijn schoen heb laten vallen. In het zand? Op het voetpad?

Een uur en twaalf minuten later staan we er terug. Miura-kaigan. Ik vraag de ticket-controleur aan de betaalpoort om mijn ticket te annuleren en hij doet het zonder vragen. Nao vraagt hetzelfde en hij krijgt de vraag waarom er twee uur zijn verstreken voor hij de poort binnenkwam. Hij zegt dat we naar het station ernaast zijn gereisd voor we beseften dat we iets belangrijk vergeten waren. De controleur mort en annuleert zijn ticket. We sprinten buiten.
En dan de zoektocht. Onze ogen tegen de grond geplakt onderzoeken we eerst de plaats waar we onze kousen en schoenen hebben ontzand en weer aangetrokken. Niks. We gaan terug naar de plaats waar we denken dat we hebben gezeten en woelen het zand om. We vinden wat achtergelaten chips van het pak dat was omgewaaid door de wind en in het zand beland, dus het was wel degelijk onze plaats. Niks. Ik volg de route die we hebben gedaan van onze plaats over het strand naar de openbare toilletten. We waren van plan daar onze voeten af te spoelen, maar ze waren niet zo proper, dus hadden we daar van afgezien. Ik kijk hier en daar, heen en weer, van voor naar achter, links naar rechts. Ik wou die ring zo graag terug!
Een vrouw op wandel met haar twee honden die ons vijf minuten geleden op een andere plaats had gekruist, vroeg me of ik iets was verloren. Ik leg het uit en ze biedt haar hulp aan, maar ja, als je niet weet waar te beginnen zoeken, is het moeilijk.
'Precies een verhaal uit een drama-serie!' zegt ze.
'Ja, da's waar' zeg ik.
En drie minuten later had ik mijn ring in mijn handen. Daar lag ie, midden op het voetpad, en daar had ie gelegen voor de laatste twee uur. Ik zwaai als een zot naar Nao.
Dat is de definitie voor die dag: LUCKY. Gelukkig.

We eten lekkere sashimi in een plaatselijk cafe en terug de trein op. We slapen. Een uur en twaalf minuten later stappen we uit in Shinagawa, en stappen we nog twee keer over. En dan: thuis. Een douche, ons bed en als een blok in slaap vallen.

zondag 11 juli

Heerlijk uitgeslapen en omelet als ontbijt. Ja, boterkoeken dat kennen ze hier zo niet.
In de voormiddag het huis wat op orde gebracht en om mijn verjaardagscadeau van Nao: een paar trekschoenen. De dag ervoor was ik op mijn sportschoenen gegaan, maar die zijn toch wat te licht voor zo'n hele dagtrips. Omdat we ook soms op den buiten gaan touwklimmen, keken we uit naar een steviger model. En op de klim-uitstap van de vorige keer, was de zool van mijn botienen afgepeld als een banaan. Ik zat dus officeel zonder goeie outdoor-schoenen.
Uiteindelijk zijn het Merrell schoenen geworden, uit Gore-tex materiaal. En ik durf nu al zeggen dat het goeie zijn! Ik ga der zeker nog veel plezier van hebben.




IN de namiddag dan naar onze gewoonlijke klimloods in Kawaguchi. Een uur of drie aan touwen hangen en ons eigen lichaamsgewicht met armen en benen en op allerlei maniere omhoog-hijsen later was zondag ook weer voorbij. En deze blog schrijven en foto's invoegen duurt nu ook al anderhalf uur (en ik kan nochtans rap typen, dacht ik).
Klimmateriaal van twee mensen begint hier thuis rrouwens ook aardig op te hopen, samen met fietsbenodigdheden en kampeergerei (een tweepersoontent, vorige week gekocht :)). De stad heeft van mij ook stilaan een outdoor-mens gemaakt blijkbaar.
(Voor de mensen die zich bij 'klimmen' niks kunnen voorstellen, kijk maar eens naar een vorig foto-album op facebook)





En dat was dan mijn heel leuk weekend.
Tot ziens!

P.S. Als je klikt op een foto, wordt er een grotere versie getoond. (Je moet dan wel terug met de return-knop van de browser of je sluit heel de pagina, zoals mij tot mijn grote ergernis een paar keer is overkomen.)