maandag 8 november 2010

Genant

Ik sta op het balkon met de zon op mijn gezicht de was uithangen. De buurman heeft zijn rolluik gesloten gelaten vandaag. Zonde om op een van de kostbare heldere herfstdagen het licht en de warmte buiten te sluiten.
Ik moet oppassen wanneer ik het wasgoed probeer te ontwarren, zo klein is ons balkon. Als ik te hard trek om een jeans vantussen de truien te halen, waar mouw en broekspijp in elkaar zijn gedraaid, schiet mijn arm uit en dondert er een kapstok naar beneden.
Lap, het is weer zover. Ik kijk over de balustrade om te zien waar de kapstok is gevallen en wat zie ik daar? Een zwart hoopje stof op de grond! Het lijkt wel alsof het er al een paar dagen ligt. Het is droog en gekreukt. Het is een onderbroek. Van mij. Ik was wel iets rapper beneden dan wanneer het alleen om een kapstok gaat.

vrijdag 22 oktober 2010

Herfstvakantie

De zomer is voorbij. Het wordt sneller donker, het is kouder. De winter blues ligt op de loer in de hoek van de kamers en berekent het beste moment om toe te slaan. Maar voorlopig is het ondanks alles nog wat te vroeg. Het opstaan gaat wat moeizamer, maar voor de rest vloeit de energie hier nog goed.

De reis van een paar weken geleden kan daar natuurlijk wel wat mee te maken hebben. Twee heerlijke weken weg van alle werk en stress, met heel welkome reisgenoten uit Engeland. Mijn zus en haar vriend kwamen 17 september aan in Tokyo. Van de luchthaven duurde het nog een uur of twee voor we thuis waren. Lunchen en r een middagdut.
Het was een hele inspannend-ontspannende reis langs verschillende steden in Japan, waarbij ook ik nog eens de toerist kon uithangen.

De eerste paar dagen doorgebracht in Tokyo, met zijn verschillende mini-stede als Shibuya, Ginza, Ikebukuro etc. Het Keizerlijk Paleis, Edo-Tokyo museum, lekkere sushi in Tsukiji, Harajuku/Shibuya en een dagje aan de zee (Enoshima). Leen en Matthew daarna ook nog een dagje naar Hakone.



Kyoto daar was ik al geweest, maar daar kan je een goed aantal keer naartoe gaan zonder die mooie tuinen, tempels en winkelstraten beu te worden. Naast de must-see tempels (zoals Kiyomizu-dera, Ryoan-ji, het Gouden- (Kinkakuji) en Zilveren Paviljoen (Ginkakuj)), die ik al had gezien tijdens mijn uitwisselingsjaar ondertussen vier jaar geleden, ook leuke ontdekkingen gedaan zoals een geleide wandeling door het Gion (geisha) district en een bezoek aan het Handicraft-center. Daar wou ik als ik kon de hele winkel meenemen.
De hotels vielen ook zeer goed mee en het eten was telkens heel smakelijk.









Daarna een dagje Osaka, wat er na het rustig en gezellig Kyoto heel druk en rommelachtig uitzag. Ze zeggen dat de bewoners van Osaka veel losser zijn dan die van Tokyo en omstreken, en na de chaotische indruk die Osaka op mij maakte, wilde ik dat wel geloven. Ik was er wel al een paar keer op zakenreis geweest, maar meer dan de winkelcentra vanbinnen had ik er nog niet van gezien.
En lang leve Kushi-katsu! mmmmm (een soort sate)

Vanuit Osaka zijn Nao en ik de nachtbus opgesprongen (om hotel- en TGV kosten uit te sparen) naar Matsumoto, de volgende stop. Tegen alle verwachtingen in toch redelijk goed geslapen. Rond een uur of acht 's morgens waren we dan op bestemming. ONtbijt gegeten en dan ingecheckt. Leen en Matthew zouden pas rond een uur of 1 in de namiddag toekomen, en dus gingen Nao en ik met z'n tweetjes op verkennende stadswandeling. De hoofdstraat die uitliep op het station was echt saai, maar daarachter lagen een paar gezellige oude wijken verscholen. In de namiddag het kasteel van Matsumoto bezocht, waar op zich niet zo veel te zien is (een wapenverzameling en de kamers zelf vanbinnen) maar toch een bezoekje waard.




De volgende dag was het aan het regenen, maar we besloten toch de geplande wandeling te doen. Gelukkig, want in de late ochtend klaarde het op. We legden een stuk van de lange 'Nakasendo' af, de weg die door vroeger door Daimyo's (plaatselijke machthebbers) en hun gevolg werd gebruikt voor de verplichte bezoeken aan de Shogun in Edo (huidig Tokio). Afwisselend mooie stukken bos en stukken straat afgelijnd met traditionele houten huizen. Je voelt de geschiedenis. Hier en daar moesten we grote bellen eens goed doen rinkelen om de beren op afstand te houden. De kans daarop is niet zo groot, maar iedereen trok toch met overtuiging aan die bel, had ik de indruk. Gelukkig uiteindelijk geen enkele gezien.



De twee dagen in Matsumoto vlogen voorbij. Terug de trein op voor een uur of vier, naar Nikko. Zoals de meesten wel weten heb ik daar na mijn aankomst in Japan negen maanden gewerkt als leerkracht Engels in verschillende basisscholen. Het deed mijn hartje deugd daar nog eens te komen. Ik was niet zo dol op het werk, en omdat ik er toen alleen was, was het soms nogal eenzaam ook, maar de natuur en het zicht op de rivier en de bergen zijn onbetaalbaar. De eerste dag nog eens de mooie vermiljoenen 'Shinkyo' brug overgestoken om de berg op te klimmen naar de Toshogu, het mausuleum-tempelcomplex voor Tokugawa Ieyasu.
Ze deden er ook net een bonsai-tentoonstelling. Supermooi in die omgeving. Mooie foto's getrokken.
Daarna de omstaande tempels ook nog bezocht en tot sluitingstijd er rondgelopen. Gegeten in een grappig cafe-restaurantje van drie tafels groot, met allemaal visitekaartjes aan de muur geprikt. Zelfs de plafond was half bedekt. Leuk om hier en daar de grappig commentaren te lezen.
's Avonds langs de auto-verhuurder om een auto op te pikken zodat we de volgende dag goed op tijd konden vertrekken naar het Chuzenji-ko, een meer in de bergen. Ons eerste doel was de Kegon waterval, maar door de mist was daar nu werkelijk niks, niks van te zien. De parkeerwachter vertelde ons dat er nog meer mooie watervallen waren verderop, die misschien beter te zien waren. Inderdaad, geen spijt gehad van die ommetoer.
Later begon het terug te regenen, zodat verder 'toeristen' niet zo interessant leek. Terug naar beneden over de met haarspeldbochten bezaaide weg, op naar Kinugawa, bekend voor de goeie onsens. Na wat heerlijk weken in vier verschillende baden sprongen we allemaal terug de auto om die na een half uurtje terug in te leveren voor het station.





De trein op naar Nao thuis Zijn ouders waren zo vriendelijk geweest om ons uit te nodigen en daar te overnachten. Aangezien het op de terugweg was, geen moeite. De avond werd doorgebracht met (vertaalde) conversatie, maar vooral ook smullen van de overdaad van eten die ons werd voorgeschoteld. O ja, en lekkere wijn. Nog wat UNO gespeeld en dan allemaal de futon in, want een goede week reizen is toch wel vermoeiend ook.

De laatste dag even langs thuis om de bagage te droppen en rustig te luchen. Matthew wou alle tijd benutten dus die trok zonder omweg in zijn eentje naar Roppongi en Shibuya. Wij dus iets rustigere en dan hop naar Harajuku, naar het bekende Kiddy-Land, een winkel die allerlei prullen verkoopt van 'characters' zoals Sesamstraat knuffels, Totoro-tasjes en allerlei vooral schattige, zachte gadgets.

De laatste dag de fles wijn die mijn verjaardagscadeau was van Leen (uit 1984!) soldaat gemaakt en de volgende dag rond een uur of negen stonden we al terug in de luchthaven om afscheid te nemen. En zo waren die twee weken om. Veel te vroeg was het tijd om terug achter het bureau te kruipen, maar zo gaat dat nu eenmaal. De eerste dagen duurden echt lang, maar zoals ik ook op Facebook zei, een mens valt blijkbaar snel weer in zijn ritme (en gelukkig maar!).

Het weekend erna nog eens gaan klimmen met Nao en wat klimvrienden. Nao heeft er wel een verraderlijke val gemaakt, waardoor zijn voet nu nog steeds wat pijn doet (waarschijnlijk een barstje of zo in zijn hiel, zei de dokter). Geen speciale verzorging nodig behalve inwrijven en rusten.

Dit weekend een verjaardagsfeestje deze avond en dansles op zondag. Ik doe mee aan een dansvoorstelling. (jazz en hip-hop) Dat belooft. Gelukkig voor het publiek ben ik al bij al maar een minuut of twee op het podium te zien, dus dat zal wel meevallen.

En voorts: er is een ticket geboekt voor Kerst! Van 23 december to 1 januari ben ik in Belgie! Joepiiiieeee. Ik kijk er echt naar uit. Afspraken kunnen gemaakt worden per mail of telefoon of post.

Tot blogs!

zondag 11 juli 2010

een super-weekend!

Heb net het leukste weekend sinds een hele tijd gehad.

Zaterdag 10 juli

Om half zes op want er staat een dagtrip naar Kanagawa prefectuur op de agenda. Iets minder dan twee uur treinen (met de express) brengt ons naar een schiereiland (Miura) in het district van Yokohama. We stappen af in Miura-kaigan (Miura kustlijn) station.

Het idee voor deze wandeling komt uit een boek gevonden in een tweedehandse-boekenwinkel 'Day walks near Tokyo', een verzameling van wandelingen op een redelijke afstand uit de grootstad. Uiteindelijk bleek nu wel dat het boek dateert uit 1992 (de 'revised edition' van 1987 is dat haha). Als ik dat had geweten had ik 1. nog wat meer afgepingeld in de winkel en 2. misschien toch een recentere versie gekocht want nu bleek dat er vele paden niet meer waren etc. Gelukkig zijn wij niet van het paniekerige type en trekken wij nogal onze plan. Delen van de reis konden we wel verifieren en uiteidelijk was het een heel leuke dag.



De trein afgestapt en diep ademgehaald. Die frisse lucht! Die zoute wind! Hoe lang was dat niet geleden. Een mens zou vergeten hoe de wereld eruit ziet buiten (met de woorden van een ander) de 'concrete jungle' die Tokyo is. Hoe smerig en vuil, koud en harteloos leek die stad me van daar.

We beginnen onze tocht na een korte busrit langs de kustlijn. Niet lang daarna komen we de eerste sporen van zeedieren tegen. Een zeester en de knijper van een krab. Moest toch vlug even op de foto.



Mooie uitzichten overal. Ik moest mezelf dwingen om te stoppen met foto's trekken. Op foto komen die wijdse panorama's toch niet tot hun recht.
Op bepaalde plaatsen zoals gezegd een meer avontuurlijke route dan die beschreven in het boek, zoals te zien op de foto.





En nog iets, op de stenen waar we op lopen, waren overal, maar dan ook overal kakkerlak-achtigen. Grote, kleine, dikke, dunne maar vooral ONGELOOFLIJK VEEL. En ze sprinten maar met een paar seconden overschot weg. Nao dacht dat het geen echte kakkerlakken waren, want die kunnen vliegen. Amai, daar mocht ik toch niet te lang over nadenken. Gewoon doorstappen en zorgen dat ge uw hand niet ergens als steun gebruikt was de enige manier om onze wandeling te vervolgen. Ik mag er nu nog steeds niet aan denken. Soms stel ik me voor dat we er per ongeluk een in onze rugzak hebben meegebracht en dat die nu ergens in ons appartement rond aan het kruipen is. AAAAAH!



Nu goed, na een tijdje zette ik dat uit mijn gedachten en werd het tempo weer opgevoerd. Er stond in de gids dat bij hoogtij sommige delen niet te passeren waren, of gevaarlijk. We waren er gelukkig net bij het laagste tij en hadden dus plek genoeg om te klauteren op veilige afstand van de zee. Op bepaalde momenten echter konden we niet (meer) door en dan zochten we de weg op, proberend zo dicht mogelijk bij de zee te blijven. Het platteland was anders ook de moeite. De streek is beroemd voor 'daikon' (horse radish) en watermeloen. Die zijn geplant in akkers in terrassen, wat weer zorgde voor een apart panorama.






En trouwens, boven onze hoofden zweefden ook de hele tijd grote vogels. Ik heb het achteraf opgezocht en het bleken zwarte wouwen te zijn. Soms kwamen ze wat dichtern dan mij lief waren. Nu schijnt het dat ze gewoon zijn aan mensen en niet te verlegen zijn, eens ze een keer gevoed zijn en een oog hebben ontwikkeld voor eten in onwetende handen, om een aanval te lanceren. (de foto is trouwens van wikipedia. Gelukkig kwamen ze niet zoo dicht, maar gewoon om een idee te geven dat het best wel griezelig was soms.) Het schijnt dat we op onze weg door de velden ook een slang zijn gepasseerd, maar die heeft alleen Nao gezien. OEF!
Op een bepaalde plaats was er een plateau van steen waarin het patroon van de golven leek te zijn gekerfd. Wondermooi.





Na een uur of vier wandelen en klauteren met de wilde natuur om ons heen (zee, steen en dieren incluis) kwamen we aan bij de bushalte in een klein gehuchtje. Nu scheen het dat er maar 1 bus per uur kwam. En wat bleek, die zou in 5 minuten passeren. Lucky :))
Tijdens het wachten nog een foto'tje van een meloenveld getrokken. Het was de eerste keer dat ik een meloenplant en -veld zag. Grappig hoe op elke meloen wat zand lag. Was dat nu als bescherming tegen de zon of om insecten weg te houden, weet ik niet, maar het was een komiek zicht om hier en daar die bollen boven hun bladeren te zien uitpiepen met een grijs hoopje erop.
Weten dat die meloenen in Tokyo bij de 15euro kosten, lag daar wel een heuse som te zonnebaden. En als ik wou kon ik der gewoon een in mijn rugzak ploppen ook, want geen mens te zien in de omgeving! Even de benen strekken midden op de weg was dan ook geen probleem.
(Braaf als we zijn hebben we datvan die meloen natuurlijk niet gedaan, maar er lagen wel wat meloenschillen bij de bushalte, dus ik denk dat iemand hetzelfde idee had gehad en niet zo braaf was geweest)






De bus op. Onze vermoeide beentjes konden het wel apprecieren dat we voor een tijdje de enige passagiers waren zodat we de gang ten volle konden gebruiken. 20 minuten later stonden we weer op ons vertrekpunt. Het was nog maar een uur of twee, dus we vonden het nog wat vroeg om terug te keren. Nog wat genieten op het strand. (ik had wel lange mouwen en een drie-kwart broek aangedaan om insectenbeten te voorkomen, dus veel zonnen kwam er niet aan te pas.) Schoenen uit, juwelen uit en goed insmeren.
Ik vergat natuurlijk wel mijn een-kwart zichtbare witte benen in te smeren, met als gevolg dat ik daar goed ben verbrand. Samen met vorige week toen ik het ergst van mijn leven ben verbrand op een uitstap in Tokyo, heb ik nu een redelijk uniek patroon van wit, rood en bruin (ik noem het graag 'natuurlijke body-painting') in eva-kostuum. (en nee mensen, daar heb ik nu geen volledige foto van zie.)


Omdat er nogal wat wind opstak en het zand nogal ruig zand was dat dan pijn deed aan gezicht en mijn verbrande benen, vingen we rond iets na vieren de terugreis aan. Dat moest het einde zijn van een leuke, inspannende-ontspannende dag. HAHA.

Een uur en twaalf minuten later komen we aan in Shinagawa station, vanwaar het nog 30 minuutjes duurt tot thuis. En mijne frank viel! MIJNE RING! VERGETEN! VERLOREN?
Ik had die namelijk in mijn schoen gestoken toen alle juwelen afmoesten om zonnecreme te smeren. Ik dacht na. Ik nam mijn schoenen in mijn hand tot aan het voetpad. En daar heb ik een schoen eens laten vallen! NEEEEEEE! Daar moest het gebeurd zijn. Anders had ik het wel gevoeld of zien vallen bij het uitslaan van mijn kousen, uitschudden en aantrekken van mijn schoenen.
En daar stond ik dan in Shinagawa station, maar ik kon het niet over mijn hart krijgen om niks te doen. We waren de betaalpoort nog niet uit, dus we konden nog terug. En ik nam de beslissing: ik wil er naar gaan zoeken. Nao was er eigenlijk niet zo voor, maar ik was niet te stoppen, Ik steek over naar het platform waar de volgende trein met bestemming Miura kaigan stopt. (gelukkig is er een om de 15 minuten of zo) en ik de trein op, zonder Nao. Het sein voor het sluiten van de deur wordt gegeven. Nao springt de trein binnen. En we zijn weer weg.
We zijn moe, we hebben honger en ik krijg maagpijn van de spanning. Het is dan rond half zes. Rond zeven uur wordt het donker in Japan. Elke dag wordt het onherroepelijk donker om zeven uur in Japan. En het duurt een uur om ginds te geraken. Dat betekent dat we misschien een goede 20 minuten hebben om te zoeken. Ik weet niet juist waar ik mijn schoen heb laten vallen. In het zand? Op het voetpad?

Een uur en twaalf minuten later staan we er terug. Miura-kaigan. Ik vraag de ticket-controleur aan de betaalpoort om mijn ticket te annuleren en hij doet het zonder vragen. Nao vraagt hetzelfde en hij krijgt de vraag waarom er twee uur zijn verstreken voor hij de poort binnenkwam. Hij zegt dat we naar het station ernaast zijn gereisd voor we beseften dat we iets belangrijk vergeten waren. De controleur mort en annuleert zijn ticket. We sprinten buiten.
En dan de zoektocht. Onze ogen tegen de grond geplakt onderzoeken we eerst de plaats waar we onze kousen en schoenen hebben ontzand en weer aangetrokken. Niks. We gaan terug naar de plaats waar we denken dat we hebben gezeten en woelen het zand om. We vinden wat achtergelaten chips van het pak dat was omgewaaid door de wind en in het zand beland, dus het was wel degelijk onze plaats. Niks. Ik volg de route die we hebben gedaan van onze plaats over het strand naar de openbare toilletten. We waren van plan daar onze voeten af te spoelen, maar ze waren niet zo proper, dus hadden we daar van afgezien. Ik kijk hier en daar, heen en weer, van voor naar achter, links naar rechts. Ik wou die ring zo graag terug!
Een vrouw op wandel met haar twee honden die ons vijf minuten geleden op een andere plaats had gekruist, vroeg me of ik iets was verloren. Ik leg het uit en ze biedt haar hulp aan, maar ja, als je niet weet waar te beginnen zoeken, is het moeilijk.
'Precies een verhaal uit een drama-serie!' zegt ze.
'Ja, da's waar' zeg ik.
En drie minuten later had ik mijn ring in mijn handen. Daar lag ie, midden op het voetpad, en daar had ie gelegen voor de laatste twee uur. Ik zwaai als een zot naar Nao.
Dat is de definitie voor die dag: LUCKY. Gelukkig.

We eten lekkere sashimi in een plaatselijk cafe en terug de trein op. We slapen. Een uur en twaalf minuten later stappen we uit in Shinagawa, en stappen we nog twee keer over. En dan: thuis. Een douche, ons bed en als een blok in slaap vallen.

zondag 11 juli

Heerlijk uitgeslapen en omelet als ontbijt. Ja, boterkoeken dat kennen ze hier zo niet.
In de voormiddag het huis wat op orde gebracht en om mijn verjaardagscadeau van Nao: een paar trekschoenen. De dag ervoor was ik op mijn sportschoenen gegaan, maar die zijn toch wat te licht voor zo'n hele dagtrips. Omdat we ook soms op den buiten gaan touwklimmen, keken we uit naar een steviger model. En op de klim-uitstap van de vorige keer, was de zool van mijn botienen afgepeld als een banaan. Ik zat dus officeel zonder goeie outdoor-schoenen.
Uiteindelijk zijn het Merrell schoenen geworden, uit Gore-tex materiaal. En ik durf nu al zeggen dat het goeie zijn! Ik ga der zeker nog veel plezier van hebben.




IN de namiddag dan naar onze gewoonlijke klimloods in Kawaguchi. Een uur of drie aan touwen hangen en ons eigen lichaamsgewicht met armen en benen en op allerlei maniere omhoog-hijsen later was zondag ook weer voorbij. En deze blog schrijven en foto's invoegen duurt nu ook al anderhalf uur (en ik kan nochtans rap typen, dacht ik).
Klimmateriaal van twee mensen begint hier thuis rrouwens ook aardig op te hopen, samen met fietsbenodigdheden en kampeergerei (een tweepersoontent, vorige week gekocht :)). De stad heeft van mij ook stilaan een outdoor-mens gemaakt blijkbaar.
(Voor de mensen die zich bij 'klimmen' niks kunnen voorstellen, kijk maar eens naar een vorig foto-album op facebook)





En dat was dan mijn heel leuk weekend.
Tot ziens!

P.S. Als je klikt op een foto, wordt er een grotere versie getoond. (Je moet dan wel terug met de return-knop van de browser of je sluit heel de pagina, zoals mij tot mijn grote ergernis een paar keer is overkomen.)